Of hoe een bakvis van 15 de heldin werd in een nachtelijk avontuur …
We schrijven de zomer van 1988, ergens ter hoogte van Cambrai (FR) op een expresweg. Het is diep in de nacht en pikdonker. Een lange weg met om de zoveel meter een flauwe straatlantaarn, en alleen af en toe een andere nachtrijder. Vele kilometers liggen achter ons, we hebben er nog heel wat te gaan …
De Berlijnse muur staat nog rechtop en het bestaan van het internet is ons nog niet ter ore gekomen. Ik zit samen met mijn jongste broertje op de achterbank van de Opel Ascona. Mijn vader voor me aan het stuur, mijn ma naast hem op de passagiersstoel. Een paar uren eerder hadden we onze koffers ingepakt; onze eerste ‘verre’ vakantie naar het zuiden van Frankrijk zat erop. En onze pa, uit degelijke Vlaamse klei getrokken, heeft ‘zijn stal geroken’ – zoals ze dat bij ons in de familie zeggen. 😉 Hij rijdt aan één stuk door, uren achtereen, vastberaden om zijn gezin veilig thuis te brengen. Hij zal niet stoppen tot hij dat doel bereikt heeft. Tenminste, dat is het plan …
Mijn broertje slaapt. Ik knikkebol. Behalve het geluid van de motor is er niks te horen. Plotseling passeert op ons netvlies een tafereel uit het journaal: aan de kant van de weg ligt een kleine vrachtwagen gekanteld in de berm. Twee mannen staan erbij en zwieren hun armen hevig in de lucht ten teken dat ze onze hulp nodig hebben.
We zijn de eerste wagen die langsrijdt sinds de bestuurder in slaap viel en de vrachtwagen met een harde klap tot stilstand kwam. Mijn vader stopt de auto en gaat poolshoogte nemen. De vrachtwagen komt uit Engeland. De twee mannen ook; ze lijken oké, maar ze zijn niet alleen. Een derde kompaan ligt zwaar gewond, maar bij bewustzijn, in de greppel. Hij werd uit de vrachtwagen geslingerd en kan niet meer opstaan. De mannen zijn in een lichte paniek …
Hoe de reddingsoperatie op gang komt, herinner ik mij niet meer zo goed. Mijn broertje en ik mogen niet uit de auto komen. Op de één of andere manier slagen mijn ouders erin – zonder gsm toen nog – om de hulpdiensten te verwittigen. Wat later arriveert een ambulance en de gendarmerie. En nog wat later word ik gevraagd om uit de auto te komen …”Marijke, je moet er even bijkomen.” Ik kijk verward … Hoe kan ik – een slaperige bakvis van 15 – van belang zijn in dit verhaal ?
Dat vertel ik je maandag in het tweede deel van mijn verhaal. [I know, annoying cliffhanger … 🙂 ]. En wil je voortaan niks meer missen van de tips en tricks, praktische handvatten en inspirerende verhalen over optimaal samenwerken in diversiteit – in je team, met je doelpubliek ? Schrijf je dan vandaag nog in als VRIJE STUDENT van de Diversiteitsacademie. Dat is gratis en je krijgt er geen spijt van !
En als dat toch zou gebeuren: je kan je op elk moment terug uitschrijven – zoals dat hoort … 😉
TOT GAUW !