“Wie doet nu zoiets,” vroeg mijn tienerzoon verontwaardigd? “Wie haalt het in z’n hoofd om de Sinterklaasintrede te verstoren?” Zijn hart was gebroken voor die huilende kleutertjes langs de weg.
We reden in de auto op weg naar huis. Zondagavond. Hij was net terug van een weekend bij de papa in Antwerpen. Ik had hem opgehaald in Gent Sint-Pieters. Onder het genot van een Signature Hot Chocolate in Starbucks – hij met hazelnoot, ik met caramel, een quality time momentje – hadden we de hoogtes en laagtes van de voorbije dagen uitgewisseld. Maar eens in de auto schoot hem toch nog iets te binnen.
“Weet je, mama, ik heb iets vreselijks gezien.” Hij vertelde hoe hij een reportage zag van een Sinterklaasintrede in Nederland. Langs de ene kant van de weg stonden dikke drommen kleutertjes met hun ouders, reikhalzend uit te zien naar de Goedheiligman met zijn vrolijke helpers en hun dolle fratsen. Aan de andere kant van de weg stonden luid schreeuwende betogers. Zo luid en bruut in hun protest dat een aantal kindjes bang geworden was en begon te huilen.
“Wie doet nu zoiets?” Dat kon hij niet begrijpen. En hij vertelde van die paar keer – toen hij nog in de Sint geloofde – dat hij met zijn papa aan de kade in Antwerpen stond, ondergedompeld in de magie en het spektakel. Hoezeer hij daarvan had genoten. Hoogtepunten uit z’n kindertijd. “En weet je wat nog het raarste is, mama?” Euh, neen … Vertel. “Wel, de meest van die ‘protesteerders’ waren witte mensen, hé! Er stonden maar een paar zwarte mensen tussen.”
DE ZWARTEPIETDISCUSSIE
Hij vond dat die hele Zwartepietdiscussie maar zo snel mogelijk voorbij moest zijn. Ik zei: “Ja … Maar er is nog altijd geen oplossing.” Dit is een escalerend conflict van partijen die strijden voor hun eigen gelijk in plaats van in dialoog te gaan en een duurzame oplossing te co-creëren … Aan de ene kant boze zwarte mensen met een trauma-ervaring: “Zwarte Piet is racisme. Hij herinnert ons aan de gruwel van kolonisatie en slavernij, en dat doet ons pijn. Doe daar iets mee.” Aan de andere kant boze witte mensen met een verlieservaring: “Zwarte Piet is geen racisme. Blijf met je fikken van onze kinderfeesten af. We moeten al zoveel veranderen door die lastige diversiteit in onze steden. Dus zwijg! We willen dit gesprek niet voeren.”
Ik praatte met mijn zoon over de achtergronden van het conflict, de pijn van zwarte mensen. Over de slavernij in Nederland en de afgehakte handen in Congo (“Hoezo, rubber komt uit een boom? Echt!?”). Over de oorsprong van het vrolijke pakje van Piet en wat vieze (oude) mannen deden met zwarte kindslaafjes in de 17e en 18e eeuw … (Don’t worry; hij is 14.)
En dat ik vond dat we toch op z’n minst moesten luisteren, als er mensen in onze steden zeiden dat het Sinterklaasfeest voor hen heel pijnlijk was en een jaarlijks dieptepunt. We kunnen niet zomaar zeggen: “Zwijg en laat ons vieren.” Dan kan je verwachten dat de pijn en boosheid steeds groter worden, want dan komt daar nog eens de pijn van het niet gehoord worden, van het niet mogen meetellen, bovenop.
EEN ALTERNATIEF VERHAAL
We dachten samen na over een alternatief. Zou 6 december niet een feest kunnen zijn dat de superdiverse samenleving viert in plaats van haar tot een kookpunt te brengen? Dan zouden we bijvoorbeeld dit verhaal kunnen vertellen:
“Er was eens … ooit heel lang geleden in Myra (Turkije) een bisschop die heel bekommerd was om de arme kinderen in zijn stad. Hij wilde dat ieder kind genoeg rijkdom had niet alleen om te eten, maar ook om speelgoed te kunnen kopen. Daarom ging hij in de nacht stilletjes langs de huizen en gooide buideltjes met gouden muntstukken door de open ramen.
Dat is hij blijven doen, al die tijd tot nu. Elk jaar brengt Sint Nikolaas een stuk speelgoed naar elk kind. Hij is intussen een heel oude man geworden, 1.738 jaar oud om precies te zijn … en het werd zwaar voor hem om al dat werk alleen te doen. De kinderen zagen hem sjouwen met zijn pakjes en zagen hoe moeilijk hij het had. Het leek zelfs alsof hij de moed bijna verloor … Ze dachten: “Dat kunnen we niet laten gebeuren! We gaan de Sint helpen.” Dus sloten ze zich bij de Sint aan. Ze werden vrolijke Pieterbazen en stoere Pietermeiden. Ze zochten in de kast van hun moeder naar vrolijke kleren met strassen, borduursels en grappige hoedjes. Ze haalden dolle fratsen uit om de Sint nieuwe moed te geven en alle kinderen blij te maken.
Nu is de Sint niet meer alleen. Hij heeft een heel team Pieten. Dat is een bont allegaartje. Sommige Pieten hebben een witte huid, anderen zwart, lichtbruin, een beetje gelig, of met een rode schijn. Er zijn er met stijl haar, met krullen en kroeseltjes. Blond, bruin of zwart. Eigenlijk doet dat er niet toe. Ze komen uit alle landen van de wereld samen om de Sint te helpen zijn mooie missie te volbrengen: ervoor zorgen dat op 6 december elk kind – rijk of arm – een leuk cadeautje bij het schoentje vindt en dat het een feestdag is, speciaal voor hen. Een feest dat ze niet moeten delen met ‘de grote mensen’.
We hoeven niet lijdzaam toe te zien hoe diversiteitsvraagstukken in onze samenleving tot een kookpunt komen. We kunnen verbinding MAKEN. We weten hoe dat moet, de sleutels zijn gekend. Nu alleen nog willen én doen. Zo kunnen we groei en innovatie vanuit diversiteit creëren. Het Diversiteit & Inclusie Kompas is daarbij ons navigatie-instrument.
Heel mooi Marijke, dit lijkt me een heerlijke oplossing, ik zou het naar de VRT of Bart Peeters sturen! Met dank aan je tienerzoon voor het aanhalen van dit heikele vraagstuk 😉
Heel mooi alternatief Marijke! Misschien eens naar wat nationale pers in België en Nederland sturen en zien of zij dit oppikken? 😉
Marijke, dit verhaal maakt me blij. Het is een echt vrolijk Sinterklaasverhaal die de sfeer van die periode eer aandoet. Je zet steeds in op blijvende dialoog, daar waar mensen tegenover elkaar het gevoel hebben vast te zitten. Je laat zien dat achter de bitsigheid verlieserervaringen zitten. (Al is het ene verlies natuurlijk niet met het andere te vergelijken.) Dikke merci en doe zo verder met je Diversiteitsacademie.
Een geluk dat er kinderen zijn, die vragen Stellen!